Hoe uit autisme zich bij mij

Hoe autisme zich bij mij uit en wat ik er zelf van merk

Onderstaande tekst schreef ik in 2021-2022. Omdat ik mezelf erg aan het ontwikkelen ben, merk ik dat ik al beter kan omgaan met de prikkels en de gevolgen daarvan. Toch wil ik de bijkomstigheden graag delen, zodat mensen zich erin kunnen herkennen en anderen weten waar zij rekening mee kunnen houden wanneer zij mensen kennen die ook autisme hebben.

Mijn autisme uit zich in verschillende kenmerken zoals schematisch te werk gaan, emoties van anderen overnemen, overactief zijn of overprikkeld raken. Ik leg in dit artikel uit wat die kenmerken voor mij inhouden.

1. Schematisch en gestructureerd

Als dingen niet volgens mijn planning gaan -zoals ik die in mijn hoofd en in mijn agenda heb- dan raak ik het overzicht kwijt. Ik heb dan het gevoel dat het niet is gelukt om de controle te houden over mijn planning. Vaak ben ik dan de rest van de dag van slag, omdat ik dan niet weet hoe ik de rest van de dag moet opvullen. Wanneer alles wel volgens mijn planning loopt, zit ik goed in mijn vel. Ook vind ik het lastig als ik bijvoorbeeld midden op de dag een afspraak heb staan. Dan kan ik niet inschatten wat ik van tevoren kan of wil doen en of ik daarna nog voldoende energie heb voor die afspraak. Ik heb dan ook last van tijdsdruk; sta constant de klok in de gaten te houden om niet te laat te komen. Wanneer ik bijvoorbeeld van tevoren ga sporten, kijk ik na iedere oefening op de klok: ‘Red ik het nog?’. Daar word ik erg onrustig van. Het helpt mij daarom om structuur in mijn dagindeling en weekplanning te maken dit geeft mij duidelijkheid. Onduidelijkheid is voor mij ongemakkelijk. Daarom geef ik in mijn agenda met kleuren bepaalde activiteiten. Daarbij moet ik ervoor zorgen dat ik voldoende rustmomenten inbouw en niet alles achter elkaar plan.

  • Rood staat voor mij voor praktische afspraken die ik echt niet mag vergeten.

  • Groen is voor wekelijkse vaststaande activiteiten voor mezelf.

  • Geel is voor vrijwilligerswerk en andere bezigheden op anderen gericht.

  • Blauw staat voor ontspanning en –niet vaststaande- vrijetijdsbesteding.

Daarbij word ik onzeker als een afspraak op het laatste moment wordt afgezegd. Dan vraag ik me af of die persoon wel wíl afspreken: ‘Ligt het aan mij?’
‘s Morgens heb ik vaak twee uur tijd nodig voordat ik ergens naartoe ga, zodat ik rustig wakker kan worden. Als ik mijn opstartroutines in een uur wil stoppen, moet ik me gaan haasten en kan ik in paniek raken. Gedachten dat ik nog snel van alles moet doen -zoals eten, wassen, spullen klaarzetten et cetera- brengen chaos in mijn hoofd. Ik ben bang dat ik door het haasten dingen vergeet, dus ik doe liever rustig aan.

2. Empathisch, emoties en negatieve energie overnemen van anderen

Ik voel vaak aan wanneer het met iemand niet goed gaat. Meestal als het met iemand in de nabije omgeving niet goed gaat, voel ik dat van te voren aankomen. De negatieve dingen die spelen nemen de overhand. De onmacht kan mijn gedachten overspoelen. Het sombere gevoel en de zware energie neem ik vaak automatisch over. Ik wil die persoon graag helpen, denk erover hoe ik zou kunnen helpen, maar weet vaak niet hoe. Bij mensen die verder van me af staan heb ik daar minder moeite mee.

Vanuit onmacht, de onvoorspelbaarheid en alle gevoelens die in mij omgaan komt er chaos in mijn hoofd. De boosheid die ontstaat door de onmacht maakt dat ik overprikkeld raak waardoor ik boos wordt en kan gaan schelden. Vroeger zou ik met mijn vuist tegen de muur hebben geslagen om de spanning kwijt te raken. Nu ben ik op zoek naar een andere manier om de spanning in mijn lijf kwijt te raken. Ik kan mijn gevoel goed uiten in sporten, wandelen, schilderen of tekenen. Ik ben dan volledig in mezelf gekeerd waardoor ik tot rust kom. Het van me afpraten of -schrijven werkt ook fijn. Zo heb ik standaard een notitieboekje bij waarin ik kan schrijven om het dan even kwijt te zijn.

Bij de dagbesteding/schildercursus is het fijn om een praatje te maken met anderen. Daarbij zoek ik positieve dingen op en kan ik mijn negatieve gedachten laten voor wat ze zijn. Ik weet uit ervaring dat als ik deze afleiding niet zoek, ik vaak somberder wordt. Dus dwing ik mezelf om toch te gaan.

Anderen helpen geeft me ook een goed gevoel. Laatst had ik met iemand afgesproken om te gaan wandelen. We hadden een datum afgesproken, maar deze persoon vond het te spannend. Waarop mijn vraag was: ‘Wat zou jou kunnen helpen om het minder spannend te maken?’. Daar kwam een antwoord op en het wandelen is toen wel doorgegaan.

3. Overactief; fysiek en mentaal

Als ik ergens mee bezig ben kan ik moeilijk stoppen. Ook als mijn lichaam aangeeft dat ik moet stoppen lukt dit vaak niet. Door mijn scoliose moet ik regelmatig wisselen van houding. Als ik dat niet doe ervaar ik lichamelijke veel last. Scoliose is een kromming in de ruggenwervel; een s-bocht. Hier ga ik in een ander artikel verder op in.

Op het moment van de overbelasting voel ik het vaak niet aan. De klachten komen dan daarna.
Soms als ik wel klachten heb, ga ik toch door als ik lekker bezig ben met iets, al verga ik van de pijn. Dit merkt vaak niemand aan me, want ik ga dan met een lach door en geef het niet aan. Soms ook om een ander niet teleur te stellen. Dan moet ik het vaak dagen daarna nog ontgelden. Wat weer een reden voor mijn hoofd is om overuren te maken.

Mijn hoofd is altijd met verschillende dingen tegelijk bezig, hier zit vaak geen rem op. Bijvoorbeeld met ideeën om te tekenen, onderwerpen voor afspraken, voorbereiding voor mijn vrijwilligerswerk. Als ik een idee heb moet ik het vaak gelijk doen van mezelf. Je kunt je misschien voorstellen hoe dat is, als ik tien ideeën tegelijk heb. Ik omschrijf het zelf alsof het lijkt dat er meerdere laatjes tegelijk openstaan in mijn hoofd. Of een choatische snelweg met enorm veel verkeer die door een smalle doorgang moet, als een opstopping van overmatige informatie die ik moet verwerken. Ik ben dan gebaat bij het maken van een to do-lijst en prioriteitenplanning.

4. Vermoeid/overprikkeld

Zoals ik net zei, ben ik vaak met verschillende dingen tegelijk in mijn hoofd. Als ik een gesprek heb met iemand, leiden de omgevingsgeluiden mij vaak af. Positief of negatief, ze slokken vaak mijn energie op omdat ik dit niet goed kan wegfilteren. Omdat mijn hoofd constant aanstaat, ben ik snel moe of overprikkeld en kan ik vaak aan het einde van een drukke dag weinig meer hebben.

Zo was ik aan het einde van een dag eens aan het malen over het stukje tekst voor deze blog. Dat malen gebeurt dagelijks. Wat ik dan vaak doe is muziek luisteren en even mijn ogen sluiten, zodat ik me volledig kan focussen op de muziek en ik me niet meer bewust van ben van wat er gaande is. Naar de sportschool gaan is dan een moment voor mezelf om even te kunnen te ontspannen. Tijdens het sporten kan ik het denken even uitschakelen en het mijn hoofd voor die dag helemaal leeg.

5. Overmatig bewegingsdrang

Als ik onrustig in mijn hoofd ben, kan ik vaak moeilijk stilzitten. Ik loop dan vaak op en neer of ik ga een rondje wandelen om buiten een sigaret te roken. Ik heb dan ook de behoefte om even alleen te zijn. Zo vind ik de rust terug die ik nodig heb. In een omgeving met andere mensen vind ik dat soms lastig. Ik denk dat mensen daar niet altijd begrip voor hebben. Op zo’n moment probeer ik zo min mogelijk op te vallen en bijvoorbeeld alleen mijn voeten op en neer te bewegen. Ik probeer me niet altijd iets aan te trekken van de mening van anderen, maar ik wil ze ook niet tot last zijn.

6. Sociale angst

Ik vind het vaak lastig om met mensen af te spreken. Vaak heb ik alleen de contacten bij dingen die ik doe zoals de dagbesteding en vrijwilligerswerk. Daarbuiten heb ik eigenlijk nauwelijks contacten. Mijn activiteiten zijn niet in het weekend en op die dagen kan ik me eenzaam voelen. Vaak ben ik blij als het weekend voorbij is. Toen net de coronamaatregelen ingingen merkte ik dit heel erg en miste dan toch wel het contact met de mensen. Ik heb me in deze periode veel eenzaam gevoeld.

Het is niet dat ik geen contact wil zoeken. Ik weet niet hoe ik deze contacten moet leggen en waar ik moet beginnen. Als het tot afspreken kwam had ik vaak het gevoel dat het maar van een kant kwam en dat ik vaak het voortouw moest nemen om af te spreken. Ik twijfel hoe ik moet beginnen met het eerste contact leggen. Ik vraag me af of die persoon erop zit te wachten en ervaar angst waardoor ik me er door laat weerhouden. In mijn hoofd ben ik het gesprek al aan het voorbereiden waarbij het uiteindelijk tot niets leidt. Tegenwoordig probeer ik me steeds meer over deze angst heen te zetten door het gewoon te gaan proberen en merk ik dat dit positief uitpakt. Als ik open ben over mijn angst en remmingen hebben mensen daar vaak begrip voor en is daarbij het ijs gebroken. Toch verwatert een contact ook regelmatig, omdat ik het gevoel heb dat ik iedere keer het initiatief moet nemen of mensen hebben andere dingen te doen.

7. Oog voor detail

Als ik een eerste keer een ruimte binnenkom, zie ik meestal eerst een hoop details zoals tafels, stoelen, schildersezels of wat er aan de muren hangt. Mensen in de ruimte vallen me later pas op. Ik heb het gevoel dat dit de verkeerde volgorde is. Maar soms is het wel handig om details te zien, bijvoorbeeld bij het portrettekenen. Ik zie dan naast alle details ook goed hoe de schaduws vallen. Dit is voor mij een sterke eigenschap van mijn autisme, maar het werkt soms ook behoorlijk in mijn nadeel. Dit komt omdat verandering van details in een omgeving snel opvalt, waar ik overprikkeld van kan raken. Het bekende plaatje klopt dan niet meer. Na een tijdje raak ik er aan gewend, totdat er weer wat verandert.

Ik ben benieuwd of je dingen herkent uit mijn verhaal en vind het leuk om je reactie te lezen...

Inspirerende groet, Jeffrey